Week 2 - Didactische video’s

Mijn gekozen onderwerp sluit aan bij de vorige opdracht en gaat verder met breuken. In deze opdracht heb ik twee bestaande video’s gekozen die ik op verschillende manieren inzet in de wiskundeles. De eerste video gebruik ik als instructie om het begrip breuken te introduceren. De tweede video gebruik ik als verwerkingsles. Met deze twee video’s wil ik dat leerlingen breuken niet alleen kunnen gebruiken, maar ook begrijpen wat een breuk betekent en leren hoe ze breuken moeten optellen.

Video 1: Instructievideo

Link: Wat is een breuk?

Didactische functie: Instructie en begripsvorming

Tool: LessonUp

Lesfase: Oriëntatiefase

Leerdoel:
Leerlingen begrijpen wat een breuk voorstelt, weten wat de teller en de noemer betekenen en kunnen voorbeelden herkennen van breuken in het dagelijks leven.

Toepassing in de les:

De les start met een korte klassikale vraag: “Wanneer gebruik je breuken in het echte leven?” Leerlingen noemen voorbeelden zoals het verdelen van een pizza, een chocoladereep of een taart. Zo wordt hun voorkennis geactiveerd. Daarna bekijken we samen de video in LessonUp. De video wordt tijdens het afspelen automatisch twee keer gepauzeerd voor interactieve vragen:

Vraag 1 (meerkeuze):
Wat geeft de teller aan in een breuk?

A. Hoeveel stukken er zijn

B. Hoeveel stukken je neemt ✅

C. Hoe groot het geheel is

Vraag 2 (open):
Leg in je eigen woorden uit wat de noemer betekent.

Leerlingen beantwoorden de vragen via hun telefoon of laptop. LessonUp toont de resultaten direct op het bord. Ik bespreek klassikaal de antwoorden en vraag een paar leerlingen om hun uitleg toe te lichten. Wanneer blijkt dat sommige leerlingen de teller en noemer door elkaar halen, gebruik ik concrete voorbeelden op het bord om dit verschil opnieuw te verduidelijken. Daarna maken de leerlingen een korte oefening in hun schrift: ze tekenen bijvoorbeeld ¾ van een rechthoek of een cirkel. Zo verwerken ze de uitleg direct in beeld en handeling.


Tijdens de bespreking stimuleer ik leerlingen om hun redenering te verwoorden. Ik geef gerichte feedback en gebruik de antwoorden om te bepalen of iedereen de basis van breuken begrijpt. Na deze les kunnen leerlingen uitleggen wat een breuk is en herkennen ze tellers en noemers. In de volgende les gaan ze oefenen met het gelijknamig maken van breuken, als voorbereiding op het optellen en aftrekken.

Video 2: Verwerkingsvideo

Link: Breuken optellen en aftrekken

Didactische functie: Verwerking en oefening
Tool: LessonUp
Lesfase: Verwerkingsfase

Leerdoel:
Leerlingen kunnen breuken met verschillende noemers optellen en aftrekken door eerst de noemers gelijk te maken.

Toepassing in de les:
Ik start de les met een korte herhaling op het bord: twee breuken met verschillende noemers (bijv. ⅓ + ¼). Daarna bekijken we samen de video in LessonUp. Halverwege wordt de video automatisch gepauzeerd voor een tussenvraag:

“Waarom is het belangrijk dat breuken dezelfde noemer hebben voordat je ze optelt?”

Aan het einde van de video verschijnt automatisch een meerkeuzevraag:

“Wat moet je altijd doen voordat je breuken met verschillende noemers optelt?”

A. Teller optellen

B. Noemers gelijk maken ✅

C. Alles delen door twee

D. Niks, gewoon optellen

Leerlingen beantwoorden de vragen via hun telefoon of laptop. LessonUp toont de resultaten direct op het scherm. Ik bespreek de antwoorden klassikaal en vraag leerlingen om uit te leggen waarom ze voor een bepaald antwoord kozen. Bij foutieve antwoorden gebruik ik de situatie als leermoment: ik laat visueel zien waarom optellen zonder gelijknamige breuken niet werkt. Daarna oefenen leerlingen in tweetallen met korte opdrachten, bijvoorbeeld:

⅓ + ¼

⅖ + ⅗

¾ + ⅙

Ik loop rond, geef feedback en help waar nodig. Leerlingen die klaar zijn, mogen de video nogmaals bekijken als extra herhaling. Ik gebruik LessonUp om te controleren of leerlingen de kernstap van het proces (noemers gelijk maken) begrijpen. De directe feedback helpt mij om gerichte ondersteuning te geven tijdens het oefenen. Na deze les kunnen leerlingen zelfstandig breuken met verschillende noemers optellen of aftrekken.